Onderzoek wijst fossielebrandstofreuzen aan als drijvende kracht achter hittegolven

Een internationale studie, gepubliceerd in Nature en geleid door ETH Zürich, toont voor het eerst een directe link tussen de uitstoot van ’s werelds grootste producenten van fossiele brandstoffen en cement en de toename van extreme hittegolven wereldwijd.

Schokkende bevindingen

Onderzoekers analyseerden meer dan 200 hittegolven tussen 2000 en 2023 en konden deze systematisch terugleiden naar de zogeheten “carbon majors”. Uit de resultaten blijkt dat klimaatverandering hittegolven in de vroege jaren 2000 twintig keer waarschijnlijker maakte, oplopend tot tweehonderd keer waarschijnlijker in het decennium daarna.

De uitstoot van slechts 180 bedrijven is verantwoordelijk voor circa 60% van alle cumulatieve CO₂ sinds 1850. De top 14 – waaronder Saudi Aramco, Gazprom en ExxonMobil – worden elk in verband gebracht met meer dan 50 hittegolven die zonder menselijke invloed vrijwel onmogelijk zouden zijn geweest.

Geen natuurramp, maar mensenwerk

“Extreme hittegolven zijn geen puur natuurlijke rampen, maar direct aangewakkerd door de uitstoot van een relatief klein aantal actoren,” aldus Yann Quilcaille, hoofdauteur van de studie. Coauteur en VUB-klimaatwetenschapper Wim Thiery benadrukt de gevolgen voor toekomstige generaties: “De helft van de kinderen geboren in 2020 zal geconfronteerd worden met ongekende hittegolven, tegenover slechts een zesde van de generatie 1980.”

Gevolgen voor verantwoordelijkheid en recht

Het onderzoek gaat verder dan wetenschap: het levert ook nieuwe instrumenten voor klimaatrecht en -beleid. Volgens Thiery biedt dit directe bewijs een cruciaal element voor klimaataadvocaten, die het kunnen inzetten in procedures tegen grote vervuilers. Het versterkt bovendien het principe “de vervuiler betaalt”.

Het ETH-team kondigt aan attributieonderzoeken uit te breiden naar andere extreme gebeurtenissen, zoals overstromingen, droogtes en bosbranden.

Lees meer