“Vandaag lijken de Rechten van de Mens een holle slogan”
- deMens.nu
- 2 dagen geleden
- 2 minuten om te lezen

De Internationale Dag van de Mensenrechten zou een hoogdag moeten zijn voor elke mens. Vandaag is er helaas weinig reden tot vieren. Vrijheid en menselijkheid staan zwaar onder druk. Raymonda Verdyck, voorzitter van deMens.nu, maakt zich grote zorgen, en roept op tot verzet.
Na de Holocaust klonk het plechtig: nooit meer. Op 10 december 1948 verscheen de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, een belofte van vrijheid en menswaardigheid. Maar vandaag lijken de Rechten van de Mens een holle slogan. Wat ooit een schild tegen barbarij was, wordt een wereldwijde papieren illusie. Niet alleen in verre conflictgebieden, maar ook hier, in onze straten.
In Gaza, Soedan, Oost-Congo, Oekraïne en tal van andere brandhaarden worden mensenrechten dagelijks vertrappeld. In de Verenigde Staten of Hongarije zien we hoe democratische waarden worden uitgehold door populisme en autocraten. Zelfs in eigen land staan basisrechten onder druk: gevangenen zitten in mensonterende omstandigheden samengepakt in een cel, asielzoekers zwerven rond in Brussel omdat ze de opvang niet krijgen waar ze recht op hebben, gerechtelijke uitspraken worden in de prullenbak gegooid door ministers, journalisten krijgen bedreigingen van partijvoorzitters. Het lijken losstaande incidenten, maar in werkelijkheid zijn het signalen van een sluipende erosie van onze rechtsstaat.
De Frans-Bulgaarse denker Tzvetan Todorov waarschuwde: “De barbarij begint wanneer we de ander niet langer als mens zien.” Dat is de kern van het probleem: mensenrechten zijn niet zomaar afspraken, ze zijn een morele grens tegen ontmenselijking. Het kwaad lijkt immers vaak banaal. Niet het werk van monsters, maar van gewone mensen die wegkijken, die gehoorzamen, die verantwoordelijkheid afschuiven. Mensenrechten zijn daarom ook een oproep tot verantwoordelijkheid: niet alleen van staten, maar van ieder van ons.
Menswaardigheid en kwetsbaarheid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Mensenrechten erkennen die kwetsbaarheid en beschermen ons tegen willekeur. Ze zijn geen luxeproduct voor tijden van vrede, maar een noodzaak in een wereld die steeds meer polariseert en waarin angst en macht het debat domineren.
Wanneer we toestaan dat mensenrechten worden genegeerd, ondermijnen we niet alleen de rechten van anderen, maar ook onze eigen vrijheid. Want rechten zijn ondeelbaar: wie zwijgt wanneer de rechten van de ander worden geschonden, zaagt aan de tak waarop hij zelf zit. De geschiedenis leert ons dat onverschilligheid de beste bondgenoot is van onderdrukking.
Daarom moeten we ons blijven verzetten. Op straat, in het parlement, in de media. Want zwijgen is instemmen. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is geen herdenkingsmonument. Ze is een levend document, actueler dan ooit. Ontstaan in 1948, onmisbaar in 2025. Slagen we of falen we? Het antwoord hangt af van ons. Van onze bereidheid om niet weg te kijken, om niet te zwijgen, om te blijven geloven in de kracht van menselijke waardigheid.









Opmerkingen