Luigi’s: Het café dat generaties studenten grootbracht
- Oudstudentenbond VUB

- 27 sep
- 6 minuten om te lezen

Na decennia lang het kloppende hart van het Brusselse studentenleven te zijn geweest, heeft het iconische Luigi's definitief zijn deuren gesloten. In een openhartig gesprek blikken eigenaars Marc en Monique terug op hun studentenjaren, de gloriedagen van hun café, de uitdagingen van de veranderende tijden en hun plannen voor de toekomst. Het is een verhaal vol vriendschap, legendarische feesten en de onvermijdelijke evolutie van een generatie.
Van student tot stamcafé-legende
Marc begon zijn VUB-jaren als student Lichamelijke Opvoeding en Bewegings- en sportwetenschappen. Studeren ging hem niet altijd even vlot af – een paar bisjaren, werken tussendoor om alles te bekostigen, en vooral: een onweerstaanbare drang naar het bruisende studentenleven. Zijn dj-sets en bijbaantjes maakten hem al vroeg populair in het Brusselse uitgaansleven. Uiteindelijk besloot hij zijn studies niet af te maken: “Ik zat al te lang als zelfstandige in mijn hoofd bezig.”
Na zijn legerdienst dook hij opnieuw de studentenwereld in. Eerst als barman en DJ in café de Phare, later als eigenaar. In 1990 zette hij de stap: hij nam de Phare over en gaf het een nieuwe ziel. Luigi’s was geboren – genoemd naar zijn eigen DJ-alter ego en een studentikoze traditie waarbij onderbroeken over het hoofd werden getrokken. Een naam die meteen tot de verbeelding sprak, en al gauw het label werd van een legendarisch café. Marc was zelfs de eerste die een “auto-Luigi” deed – zijn eigen slip over het hoofd – om een pijnlijke sanctie voor te zijn. Het typeerde de speelse, zelfrelativerende geest die later ook Luigi’s als café zou kenmerken: een plek waar lachen, feesten en samenhorigheid altijd voorop stonden.
Liefde, boekhouding en een nieuw avontuur

Monique groeide op in Oostende in een ondernemersgezin. Studeren mocht ze niet van thuis, meewerken in de zaak van haar ouders wel. Maar ze gaf de droom niet op en volgde avondschool boekhouding en management. In 1989 leerde ze Marc kennen via een gemeenschappelijke vriend die preses was van KEPS. Op dat moment werkte Marc in de Phare, en de vonk sloeg over.
Niet veel later besloot Monique alles achter te laten in Oostende en naar Brussel te trekken. Toen hun zoon Tim werd geboren, ruilde ze haar werk bij het familiebedrijf in voor een leven achter de toog. Het werd een partnerschap in alle betekenissen van het woord: Marc die de avonden domineerde en Monique die de dagen in handen had. Samen vormden ze het kloppende hart van Luigi’s.
De gouden jaren: altijd te klein, altijd te vol
Vanaf 1992 ging het hard. Luigi’s werd geopend in een verbouwd restaurant, en vanaf dag één was het “te klein” en “stampvol”. Studenten van alle richtingen wisten de weg te vinden naar het bruine café, dat meteen synoniem werd met gezelligheid, traditie en eindeloze nachten.
Overdag konden studenten er terecht voor spaghetti, lasagne en broodjes, maar vooral ’s nachts waren de Big Tim en Jolan-burger (vernoemd naar hun twee zonen), dat bickyburgers waren, legendarisch. Het was simpel eten, maar juist daardoor onweerstaanbaar. “Na St-Vé stond er een rij tot buiten voor onze hamburgers,” herinnert Marc zich.
Wat de gouden jaren vooral typeerden, was de vanzelfsprekende ontmoetingscultuur. Er waren geen gsm’s, geen WhatsApp-groepen. Afspreken deed je in de les, en wie niet wist waar naartoe, ging gewoon naar Luigi’s – de plek waar je zeker iedereen zou tegenkomen.
Tweede ouders achter de toog
Voor talloze studenten waren Marc en Monique meer dan cafébazen: ze waren vertrouwenspersonen, raadgevers en soms zelfs een soort tweede ouders. Monique werd vaak aangesproken door studentes met liefdesverdriet of examenstress. Marc fungeerde eerder als strenge maar warme vaderfiguur, iemand die tegelijk pinten tapte én levenslessen meegaf.
Die rol ging niet onopgemerkt voorbij. Aan de toog van Luigi’s passeerden ook heel wat namen die later nationale bekendheid kregen. Politici zoals Alexander De Croo en Pablo Annys, sportjournalist Karl Vannieuwkerke en nog andere bekende alumni – Marc en Monique houden er discreet het beroepsgeheim over – hingen hier pinten te drinken. Voor hen waren Marc en Monique toen niet “de latere beroemdheden”, maar gewoon studenten zoals alle anderen. Het maakte Luigi’s extra uniek: iedereen, ongeacht achtergrond of toekomst, was er gewoon student.
“Het was niet normaal hoe leuk het was toen de kinderen van de eerste generatie Luigi’s-bezoekers later ook aan onze toog zaten,” zegt Monique. De band ging verder dan de toog. Nog steeds heeft ze contact met oud-studenten; sommigen zijn nu haar vaste wandelvriendinnen. Luigi’s was meer dan een café – het was een tweede thuis waar studenten zichzelf konden zijn.
Drinkrecords en studentikoze legenden
Luigi’s was ook de bakermat van talloze studententradities. Marc was zelf al van jongs af aan diep verweven met het studentenleven – tweemaal doopmeester en vice-praese van Hilo en praeses van Hageland. Die energie en die tradities bracht hij rechtstreeks naar zijn café.

Het Wereldkampioenschap Hoger-Lager was hét jaarlijkse hoogtepunt vanaf 2008.
Studenten en oud-studenten namen het tegen elkaar op met dobbelstenen en bier in de hand. Marc zelf bleek een te duchten speler: hij kroonde zich vier keer tot kampioen, één keer zelfs samen met zijn twee zonen. In 2016 wonnen ze een legendarische halve finale met 11-9, waarna de finale “een walk in the park” werd. De sfeer was steeds elektrisch: spanning, uitzinnige vreugde bij de winnaars en tranen van teleurstelling bij de verliezers.
Maar Luigi’s traditie van records ging veel verder terug. De beruchte Vatenslag was een drinkwedstrijd pur sang: veertien mannen aan de toog, twee achter de tap, en een vat van 30 liter dat zo snel mogelijk leeg moest. Het record staat nog steeds op naam van een Hilo-ploeg die het in een waanzinnige 9,5 minuten leeg kreeg. Zo gedreven waren ze dat ze het gewonnen vat meteen opnieuw wilden legen.
Het absolute hoogtepunt was echter de poging tot een wereldrecord Estafette in 2004: 1000 pinten binnen het uur. Zo’n 200 studenten werden zorgvuldig geselecteerd – alleen wie een pint onder de vier seconden kon ad fundum’en, mocht meedoen. Na maandenlange trainingen werd het doel gehaald: 1000 pinten in 58 minuten en 14 seconden. Een deurwaarder was aanwezig, maar Guinness weigerde de erkenning wegens de alcoholrestricties in hun regels. Toch bleef het voor de VUB-studenten een monumentaal wapenfeit, een bewijs dat hun samenhorigheid sterker was dan die van Gent of Leuven, die het record nooit konden breken.
De muren van Luigi’s vertelden mee het verhaal. Boven de toog hingen de recordbordjes: van Jolans meterrecord van 11 longdrinks in 1 minuut 27 seconden tot het vrouwenrecord van 33 seconden voor een meter bier estafette. Ze waren stille getuigen van avonden waarop grenzen werden verlegd en vriendschappen gesmeed.
Van pint naar pixel: hoe de tijd veranderde
De komst van gsm’s en later Facebook zorgde voor een breuklijn. Afspraken werden digitaal, cafés raakten minder vanzelfsprekend vol. En toen corona toesloeg, veranderde het studentenleven radicaal.
Marc zag de cultuur kantelen: “De nieuwe generatie is niet meer opgeleid in het klassieke studentenleven. Ze drinken eerst op kot, komen pas laat, en er is minder engagement.” Voor iemand die decennialang middenin dat leven stond, was dat een pijnlijke vaststelling. Luigi’s werd een spiegel van hoe studentenleven en maatschappij evolueerden.
Hun boodschap aan studenten blijft dezelfde: “Kom uit uw kot, sluit die laptop, en ga op café. Dat is waar de echte verhalen ontstaan.”
Het moeilijke afscheid
Ondanks een contract tot 2028 was de knoop onvermijdelijk: Luigi’s sloot de deuren. Financiële druk, een veranderend uitgaanspatroon en de zware klap van corona maakten verderzetten onmogelijk. Een crowdfunding gaf nog ademruimte, maar uiteindelijk was stoppen de enige optie.
De closing party’s was daarentegen een feest van herkenning: oud-studenten vonden elkaar terug, verhalen werden opgehaald, en het voelde nog één keer zoals vroeger. Een waardig slotakkoord van een tijdperk.
Een welverdiend pensioen
Vandaag genieten Marc en Monique van hun vrijheid. Skiën, reizen, tijd voor elkaar – eindelijk zonder toog. Toch blijft de band met de VUB hecht: Marc zal nog achter de bar staan op het OSB-VUB Galabal en aanwezig zijn op dopen en St-Vé. Monique zal voor het eerst sinds lang ook aanwezig zijn nu ze geen balletjes moet draaien.

En wat nu met de plek?
De locatie van Luigi’s krijgt een nieuwe invulling als gamecafé, gerund door een Franstalige uitbater. Het wordt geen studentencafé meer. Met ook het verdwijnen van de Tent vragen Marc en Monique zich af waar studenten straks nog zullen samenkomen om te dopen, feesten en tradities voort te zetten.
Een tijdperk afgesloten, maar nooit vergeten
Luigi’s was nooit zomaar een café. Het was een symbool, een ontmoetingsplek en een stukje opvoeding naast de aula’s. Voor duizenden studenten was het een plek van vriendschap, uitlaatklep en traditie. Met de sluiting eindigt een hoofdstuk, maar de verhalen en herinneringen zullen blijven voortleven – net zoals Marc en Monique, die nog altijd “hun” studenten overal tegenkomen.











Opmerkingen