Beweging als medicijn: waarom je grootouders (en jij) nú in actie moeten komen

We weten het eigenlijk al lang, maar het wordt steeds duidelijker: lichaamsbeweging is dé sleutel tot gezond ouder worden. Onderzoek aan de VUB toont aan dat beweging een van de meest doeltreffende manieren is om het risico op vallen te verlagen en de levenskwaliteit bij ouderen te verbeteren. En het mooie is: het werkt zelfs op hoge leeftijd nog verbazend goed.

Eén op vier ouderen valt elk jaar

De cijfers zijn onrustwekkend: ongeveer één op de vier 65-plussers maakt jaarlijks een val. Dat leidt niet alleen tot fysieke letsels, maar vaak ook tot een verlies aan zelfstandigheid. Toch blijft preventie vaak achterwege. En dat terwijl de wetenschap al lang weet dat bewegen hét verschil kan maken.

Ouderen reageren sterk op training

Goed nieuws: ook op latere leeftijd kan het lichaam nog verrassend goed reageren op training. Ouderen die regelmatig aan kracht- of evenwichtstraining doen, ontwikkelen merkbaar meer spierkracht, een beter reactievermogen én een scherper evenwicht. Resultaat? Minder valincidenten én meer zelfstandigheid.

Het belang van gepaste oefenprogramma’s

Om echt effect te hebben, moeten oefenprogramma’s aangepast zijn aan de fysieke mogelijkheden van ouderen. Het gaat dan niet om intensieve workouts, maar om gerichte oefeningen die kracht, balans en coördinatie verbeteren. Onder begeleiding én met voldoende motivatie kan dat een wereld van verschil maken.

Van kennis naar beleid

Prof. Dr. Rose Njemini pleit dan ook voor een bredere toepassing van deze inzichten in het gezondheidsbeleid. Er is nood aan preventieve programma’s, begeleiding en infrastructuur die ouderen ondersteunt om actief te blijven. Want beweging is geen luxe – het is een noodzaak voor een gezond en zelfstandig leven.